In elk systeem, of het nu gaat om jouw gezinssysteem, familiesysteem, organisatiesysteem,… is er een bepaalde orde, een volgorde. We hebben ouders en hun kinderen, werkgevers en werknemers, anciënniteit,… Vaak is de ordening iets onbewust en volgt het een stroom.
In familiesystemen gaan ordeningen generaties terug. De ordening is zeer eenvoudig, namelijk: wie eerst komt, is hoger in
de ordening.
Bijvoorbeeld: grootouders voor ouders, kinderen en kleinkinderen. Daarnaast heb je ook de horizontale ordening: de individuele plek van de kinderen in de kinderrij.
Soms is er iets in de ordening dat wringt of niet klopt. Iemand die niet op zijn/haar juiste plek staat bijvoorbeeld. Dit kan het geval zijn bij kinderen die moeten zorgen voor hun zieke ouders, of als een van de ouders afwezig was na een scheiding,….
Als de ordening in jouw familiesysteem ‘klopt’, ontstaat er rust en helderheid. Dan is er balans. Als jij op jouw juiste plek staat in jouw familiesysteem, dan ben je het meest krachtig.
Stel jezelf eens volgende vragen:
- Sta ik op mijn plaats in mijn familiesysteem? Of sta ik misschien op de plaats van iemand anders?
- Heb ik een oordeel over mijn ouders, grootouders, broer, zus,…?
- Neem ik passend verantwoordelijkheid op? Of net te veel of te weinig?
- Ben ik boos of teleurgesteld in (een van) mijn ouders?
Binnen de praktijk willen we samen met jou op pad gaan om de ordening in jouw familiesysteem te bekijken (zowel in het ouderschap als daarbuiten). We kijken of er pijnpunten zijn in de ordening en hoe deze invloed hebben op jouw dagdagelijkse leven.